Interview Raymond van het Groenewoud

14 - 1 - 2005
 

Raymond van het Groenewoud verzamelt ballades

 

“Mijn fans houden van weemoedige nummers”

 

“Ballades” is het nieuwe album van Raymond van het Groenewoud. Althans, nieuw, het is een verzameling van zijn mooiste ballades, inclusief enkele nieuwe nummers, waaronder de single “Zoals Gewoonlijk’. Ook dat nummer is niet helemaal nieuw, het is namelijk een vertaling van Claude François’ klassieker ‘Comme d’Habitude’, wereldberoemd gemaakt door de Engelse versie ‘My Way’ van Paul Anka, ook uitgevoerd door onder andere Elvis Presley en Frank Sinatra. Een gesprek met de man die wereldberoemd werd in Nederland en België met nummers als ‘Je Veux de l’Amour’ en ‘Liefde Voor Muziek’.

 

Waarom een album met alleen ballades?

 

“Het is gebleken dat de echte fans een voorkeur hebben voor de weemoedige, mijmerende nummers. Als mensen thuis naar muziek luisteren willen ze een constant album. Wat betreft ben ik een vreemde eend in de bijt. Ik hou van afwisseling, dat het alle kanten op gaat. Als er één type mens is waar mijn muziek bij past zijn het de manisch-depressieven. In mijn muziek zoek ik ook graag de extremen op, van euforie tot neerslachtigheid. Ik zing het ook allemaal even graag. Bij optredens krijg ik de kans te laten zien dat het ook kan.”

 

Uw vader speelde muzak in balorkesten. Hebben uw ouders een grote rol gespeeld in uw keuze om muzikant te worden?

 

“Het was vooral mijn moeder die me de liefde voor muziek mee gaf. Ze hield erg van kunst en cultuur, en met name muziek. Op eigen kracht heb ik toen The Beatles ontdekt. Mijn moeder ging daarin met me mee, ze vond John Lennon een geweldige man. Het was fijn dat we die interesse in The Beatles deelden, hadden we in ieder geval geen muzikale onenigheid.”

 

U speelde bas in de band van uw vader, wat heeft u daarvan geleerd?

 

“Dat was meer muzikale slavernij. Het is wel goed geweest dat ik dat heb meegemaakt. Daardoor kreeg ik in de gaten hoe de wereld in elkaar zat. Ik ben blij dat ik me er doorheen heb geworsteld, de strijd om van onbekend naar bekend te geraken heb volbracht. De vrijheidsdrang heeft voor mij altijd een grote rol gespeeld. Ik wilde mijn eigen ding doen.”

 

Is dat gelukt?

 

“Mensen geven je altijd ‘goede’ raad, maar ik ben blij dat ik het meeste daarvan langs me heen heb laten gaan. Ik geloofde het allemaal toch niet. Je moet je eigen fouten maken. Soms is het goed om op eigen initiatief op je bek te gaan.”

 

Zegt u dat ook tegen uw kinderen?

 

“Ik ga niet beweren wat ze moeten doen. Ze zijn alledrie heel muzikaal en ik ben blij als ik kan laten zie hoe geweldig ik het vind. Ik ga niet applaudisseren voor iets dat ik niet mooi vind. Maar als mijn oudste zoon een rapnummer heeft geschreven, waaruit heel veel kracht blijkt, blink ik van genoegen. Zo’n beetje het enige wat we met elkaar gemeen hebben is de onvrede met de wereld, en hij is net als ik een performer. Mijn tweede zoon is ook dol op muziek, en de jongste, die net drie jaar oud is, heeft ook al zijn eigen drumstel.”

 

Hoe gaat het met de kinderen?

 

“Erg goed. Het verheugt me ook enorm dat hun onderlinge band zo sterk is. De jongste is een heel stuk jonger dan de andere twee en ik had niet verwacht dat ze hem zo vaderlijk zouden ontvangen. Ze bieden uit zichzelf aan te baby-sitten.”

 

En met liefde?

 

“Ook daar niets dan goed nieuws. Ik zie haar heel graag, heb ook heel veel respect voor haar. Het motiveert me dat ze zo achter me staat. Het werkt ook inspirerend. Dat blijkt ook uit een nummer dat ik heb geschreven voor mijn nieuwe album. Al is de liefde wel een thema waar ik mee op moet passen. Je kan het op veel manieren bezingen, maar dat heb ik ook al vaak gedaan. Ik zou niet weten hoe ik een uitbundig levenslied moet schrijven zoals ik nog niet eerder heb gedaan. Ik schrijf nu meer over mijn ontevredenheid met de wereld.”

 

Is er een verschil met hoe u nu tegen de wereld aankijkt en zoals u dat vroeger deed?

 

“Op latere leeftijd zoek je meer naar kwaliteit van leven dan naar succes. Je krijgt meer oog voor anderen.”

 

Ziet u het als een beperking dat het Nederlandstalige gebied maar klein is?

 

“Als ik zie hoe vermoeiend het nu al is, dan moet ik er niet denken dat op wereldniveau te doen. Dan blijf ik gelijk in bed liggen. Ik hou ook niet van reizen, ik hou van optreden. En waar dat dan is maakt voor mij geen verschil. Mijn egodrang heb ik al bevredigd, daarvoor hoef ik niet meer wereldwijd door te breken. Het is al heel wat om als Vlaming door te breken in Nederland.”

 

Hoe denkt u dat het komt dat u ook in Nederland zo open wordt ontvangen?

 

“Ik denk dat mede komt door mijn Nederlandse background. Daardoor sta ik dichterbij, heb ik dezelfde mentaliteit. Later ben ik me er van bewust geworden dat Annie M.G. Schmidt ook sporen heeft achtergelaten. Ze wist veel van het leven te omschrijven in simpele rijmpjes. Dat hoop ik ook te doen. Het is een verdienste om complexe aangelegenheden te verpakken in heldere woorden.”

 

U heeft aangekondigd het touren op een andere manier aan te gaan pakken. Waarom?

 

“Sinds 1984 ben ik eigenlijk non-stop aan het optreden. Ik wil het net als de grote wereldsterren in blokken gaan doen. Daar ga ik eind dit jaar mee beginnen. Het eerste blok staat al vast, dan ga ik met een saxofonist en bassist de theaters langs. Door in blokken op te treden schep ik periodes van rust, niet zo zeer vakantie, maar wel tijd voor mijn privé-leven en om na te denken over de volgende stap.”

 

Kost het u moeite om motivatie of inspiratie op te doen om nieuwe nummers te schrijven?

 

“Absoluut niet. Ik schrijf nog altijd heel graag. Optreden is mijn leven. Een leven zonder muziek bestaat niet, het zit in mijn hoofd, dan zou je een deel van mijn hersenen weg moeten halen. Ik heb ook geen behoefte iets anders te doen. En helemaal niets doen, kan volgens mij niemand. Het zal veel mensen overigens wel verbazen dat ik helemaal niet veel muziek luister. Wel intens, maar niet veel. Ik heb geen moeite met stilte en bovendien weet ik wat ik wil horen.”

 

Wat vindt u het mooiste aan een optreden?

 

“Als de mensen gaan dansen. Applaus krijg je toch wel, dansen is echte communicatie met het publiek.”

 

 

Eclectico.nl © 2007 • Eelco den Boer

www.eclectico.nl